Asscher: pak de échte lekken nu eens aan!
Maatregelen minister lossen niks op
De kruistocht van Lodewijk Asscher tegen flexwerk is onverminderd fanatiek, ondanks zijn demissionaire status als minister in een kabinet in reservetijd. Alles deed de PvdA-minister er de laatste 4 jaar aan om werkgevers te bewegen meer vaste contracten te geven en minder uitzendkrachten en payrollers aan te trekken. Nou ja, álles … De belangrijkste obstakels voor werkgevers – het 2 jaar moeten doorbetalen bij langdurige ziekte en het taaie ontslagrecht – liet hij ongemoeid. In plaats daarvan creëerde hij chaos en met onduidelijke wetgeving die in de praktijk steevast heel anders uitpakte dan men van tevoren op papier had bedacht. De transitievergoeding, het verkorten van de contractketen, een mislukte poging om payroll te verbieden. In plaats van stabiliteit en zekerheid leidde het tot onrust en paniekvoetbal.
Niks oplossen
De meest recente actie van deze minister van Naïviteit & Goede Bedoelingen is uitzendbureaus verbieden om gebruik te maken van andere (meestal lagere) sectorpremies dan de (hogere) sociale premies van de uitzendsector. Singel Personele Diensten werkte nooit volgens deze wijze en onze opdrachtgevers zullen hier dus geen last van krijgen. Maar ik vraag me wel af wat de minister hiermee denkt op te lossen. ‘Een lek dat gedicht is’, aldus Asscher. Het is de ultieme wassen neus onder de Asscher-maatregelen. Ten eerste geldt de regel alleen voor nieuwe gevallen: bestaande bedrijven die goedkopere sectorpremies hanteren mogen nog tot 2019 (!) gewoon doorgaan met waar ze mee bezig waren. Andere uitzendbureaus krijgen geen kans meer om ook gebruik te maken van de mogelijkheid om lagere premies te betalen als de meerderheid van hun uitzendkrachten in dezelfde sector actief is. Ten tweede zal ook dit niet leiden tot meer vaste contracten, omdat het simpelweg nog steeds niks oplost als het gaat om ziektekosten en het ontslagrecht. Dat steeds meer uitzendkrachten na een periode van flex alsnog een vast contact krijgen – een positieve ontwikkeling – wordt niet gestuwd door de regeltjes van Asscher, maar door de aantrekkende economie en het toenemende vertrouwen van werkgevers.
8.000 malafide bureaus
Wat mij vooral stoort aan deze zoveelste ‘maatregel tegen de uitwassen van flex’ is dat het de aandacht afleidt van het werkelijke probleem: Er zijn zo’n 12.000 uitzendbureaus in Nederland, waarvan er 4.000 zijn gecertificeerd. Dat betekent dus dat er maar liefst 8.000 uitzend- of payrollbureaus, de overgrote meerderheid, zich in een grijs gebied bevindt. Dát is pas een lek dat gedicht moet worden! Deze groep kan te vaak ongezien wet- en regelgeving én sectorpremies ontduiken met alle gevolgen van dien. Asscher steekt zijn vinger in de dijk terwijl er een grote stapel zandzakken nodig is, of misschien zelfs een hele nieuwe dijk. Er hoeft maar één klokkenluider op te staan en zo’n malafide bureau trekt zijn hele klantenbestand omver. Naheffingen en boetes lopen in de tonnen, en bij wie klopt de gedupeerde uitzendkracht aan met de komst van de Wet Aanpak Schijnconstructies? Bij de opdrachtgever, ook al wist u van niks.
Helaas wordt er aan de wildgroei aan malafide aanbieders veel te weinig gedaan. Natuurlijk komt dat omdat het controleren van bedrijven die zich doelbewust aan de rafelranden van de maatschappij bevinden veel meer geld en energie kost dan het bedenken van een regeltje waar alleen de nette bureaus last van hebben. De malafide kiloknaller wordt hier alleen maar mee op voorsprong gezet. Maar aan die praktische consequentie van zijn papieren werkelijkheid heeft Asscher vast niet gedacht.