Wet Werk en Zekerheid (WWZ)
Door de Wet Werk en Zekerheid (WWZ), die deels op 1 januari, 1 juli 2015 en 1 januari 2016 in werking treedt, wijzigen bepaalde regels op de arbeidsmarkt. De wijzigingen hebben te maken met het flexrecht (per 1 januari 2015), het ontslagrecht (1 juli 2015) en de Werkloosheidswet (WW – 1 januari 2016).
Transitievergoeding
Tijdelijke werknemers die minimaal twee jaar in dienst zijn, hebben vanaf 1 juli 2015 na ontslag of niet verlengen van een dienstverband recht op een vergoeding van de werkgever. De vergoeding is 1/6 maandsalaris per gewerkt half jaar. Contracten die tot juli 2012 niet onderbroken zijn met minimaal zes maanden worden gezien als doorlopend. Is de werknemer voor juli 2012 een periode 3 maanden of langer uit dienst geweest? Dan is het contract wel onderbroken en geldt de opbouw van de vergoeding niet voor de periode daarvoor. Voor het arbeidsverleden wordt ook rekening gehouden met opvolgend werkgeverschap. Belangrijk om te weten is dat er een aantal kosten van de transitievergoeding afgetrokken mogen worden. Lees meer
Ketenbepaling en ontslagrecht
De ketenbepaling is verkort. Een werknemer heeft sinds 1 juli 2015 na twee jaar en/of drie tijdelijke contracten recht op een vast dienstverband. Ook het ontslagrecht is op de schop gegaan. Er zijn nu twee vaste ontslagroutes die afhankelijk zijn van de reden van het ontslag. Voor ontslag vanwege bedrijfseconomische redenen of langdurend ziekteverzuim, kan de werknemer bij het UWV terecht. Voor ontslag vanwege persoonlijke redenen of een verstoorde arbeidsrelatie kan er een ontbindingsverzoek worden ingediend bij de kantonrechter. Lees meer
Wet Aanpak Schijnconstructies
Met de ingang van de Wet Werk en Zekerheid is per 1 juli ook de Wet Aanpak Schijnconstructies (WAS) ingegaan. Hiermee wordt de hele keten verantwoordelijk dat de werknemer het loon krijgt waar hij volgens zijn arbeidsovereenkomst recht op heeft. Eerder gold deze verantwoordelijkheid alleen voor de werkgever: het uitzendbureau, de payroller, de aannemer van werk of de opdrachtnemer die een overeenkomst van opdracht is aangegaan. Nu geldt die voor de hele keten. Opdrachtgevers die weten of hadden kunnen weten dat een werknemer ergens in hun keten onderbetaald krijgt, kunnen daarvoor hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld. Lees meer
Scholingsrecht
Een andere verandering is de invoering van een wettelijk scholingsrecht voor werknemers (ook wel “scholingsplicht” genoemd). Als werkgever moet u uw werknemers in staat stellen scholing te volgen die noodzakelijk is voor de uitoefening van de functie en het voorzetten van de arbeidsovereenkomst. Indien de functie van de werknemer komt te vervallen of hij niet langer in staat is deze te vervullen, zal er eerst naar scholingsmogelijkheden gekeken moeten worden. Lees meer