Hoosbuien en warme winters: wat zijn de gevolgen van klimaatverandering voor de bouw?
Mega-orkanen op het Westelijk halfrond, extreme hitte in het Oosten, klimaatverandering is een realiteit waar iedereen mee te maken krijgt. In Nederland zal dit zich vooral uiten in wateroverlast in de vorm van extreme regenval, hogere waterstanden, maar ook hittegolven en zachte winters.
iedereen kent inmiddels de beelden van de zwemmende ijsberen en de smelten de poolkappen. Wat merken we in Nederland van en hoe beïnvloedt het onze manier van bouwen en wonen? Ook onze weersomstandigheden gaan veranderen. We zullen vaker hete zomers en extreem zachte winters krijgen. In de winter zal er tot 30 procent meer regen vallen en in de zomer neemt de kans op weer-extremen, zowel langdurige hittegolven als stortbuien, elk jaar toe.
Maar welke invloed heeft dit nu op (ge)bouwen?
In periodes van langdurige hitte verdampt er meer water en daardoor kan het grondwaterpeil gaan zakken. Vooral bij gebouwen met een houtenpaalfundering – komt veel voor in o.a. Amsterdam – zorgt dit voor problemen, omdat er paalrot kan optreden als de palen niet meer onder water staan. In veen- en kleigebieden – met name aan de kust en rondom de grote rivieren – zorgt een laag grondwaterpeil voor verzakking.
Omdat met de klimaatverandering ook meer regenextremen optreden, zal er meer water vallen in kortere tijd. Dit vraagt om aanpassingen in de bouw. Voorspelt wordt dat waterschade vaker voor zal komen: meer lekkende daken en meer huizen die onderlopen. Ook kan er meer corrosie optreden door de combinatie van meer neerslag en hogere temperaturen. Hier moet in de nabije toekomst meer rekening mee gehouden worden, door bijvoorbeeld te kiezen voor andere materialen, bredere HWA-pijpen en goten.
Hitte-verlet
Wat betreft het buiten werken kan de klimaatverandering zowel voor- als nadelen hebben. Zachte winters betekenen dat er beter doorgewerkt kan worden en er minder last is van beperkingen omdat het vriest. Aan de andere kant zal er meer neerslag vallen, wat weer andere beperkingen met zich meebrengt.
Naast vorstverlet in de winter – wat steeds minder voor zal komen – is het werken in extreme hitte tijdens de zomer iets voor de bouw- techniek- en schilderbranche om maatregelen voor te treffen. Extra bescherming tegen de zon met UV-werende kleding en zonnebrandcrème is belangrijk. Vallen het dragen van traditionele veiligheidsschoenen- en kleding en een bouwhelm wel te combineren met werken in temperaturen van boven de 35 graden Celsius? Misschien is tijdelijk invoeren van een zogeheten ‘tropenrooster’ (vroeger beginnen en eerder stoppen met werken) op sommige momenten wenselijk. Zou er in de toekomst ooit een moment komen dat we een vorm van ‘hitte-verlet’ gaan invoeren?